Haar blote voeten zakken weg in het koude natte zand. Uit het westen brengt de wind het eerste zuchten van de herfst al mee. Maakt zoute knopen in haar haren. Tussen de wolken door kust de zon zacht haar wangen. De zomer is nog niet voorbij. Ze proeft de zeelucht op haar tong. Zwaarder voelt ze zich hier, meer geaard. Nee, ge-zand. Gestrand. Ze is geen boom met wortels die zich diep in de aarde verankeren op één plek. Eerder duinen. Losse korrels zand die één voor één weg zouden kunnen waaien, maar hier graag zijn. Een reservebewoner, ongebonden en vast.

2 Reacties