glans

De appel in haar hand heeft doffe, rode wangen. Hij is te zacht ook, en te donker geel. Was het al maar nieuwe appeltijd, denkt ze. Ze ademt krachtig uit op de vrucht en wrijft hem stevig op met de mouw van haar pluizige trui. Hij glanst, bijna als een spiegel. Als de appel van…
Lees meer

langzaam

Een slap straaltje sijpelt uit de keukenkraan. Tergend traag loopt het doorzichtige reservoir van het koffieapparaat vol water. De dag begint langzaam vandaag. Op de afwasbak legt de witte aanslag bloot wat ze niet heeft opgeveegd. Zelfs het water is te hard, denkt ze. Haar ochtendmond laat een langgerekte geeuw de dag in. In haar…
Lees meer

vaas

Ze was uit elkaar gevallen in duizend en één stukken, haar liefde. Als een kristallen vaas op een betonnen vloer. Scherven in alle maten en vormen. Overal. Van hele grote met vlijmscherpe randen tot flinterdunne splinters. De grote stukken had ze allemaal al opgeruimd. Voorzichtig opgeraapt, zich meermaals gesneden. Het waren de fijne, bijna onzichtbare…
Lees meer

perron

Ze stond er elke dag. Op het perron van het drukke station, haar tas vast in haar dappere hand. De trein raasde voorbij. Zo snel, dat ze geen passagiers kon herkennen. De raampjes waren strepen, gezichten vage schimmen. Ze had er op gezeten, ooit, op die trein. Ze wist waar hij naartoe reed, en hoe…
Lees meer