Wie het licht gaat redden?  

Wie het licht gaat redden? Het laatste waterige elfenvleugeldunne licht?   Honderden handen slaan we in elkaar   loeren tussen mascaralange wimpers door en   roepen zo hard dat schellen van ogen vallen en   harten als lotussen openbloeien.   De laatste stralen uit de lucht   vangen we met onze blote handen   met onze zondagse hakken   stampen we op de…
Lees meer

Wie gaat het licht redden?  

Wie gaat het licht redden? Het laatste waterige elfenvleugeldunne licht?  Wie zal het redden als honderden handen het bedekken  als tussen wimpers vliezen groeien, schellen over ogen schuiven  en harten zich als zwarte gaten gedragen?  Wanneer de laatste stralen uit de lucht vallen  en tussen de straatstenen ontbinden  leven we dan nog in dagen of…
Lees meer

elf

Hij is elf en draagt de muziek die in zijn hoofd huist, op zijn rug. Licht voorover helt hij onder een dikke gewatteerde hoes die de vorm aanneemt van een vrouw, maar die gelijkenis zal hij pas binnen enkele jaren zien. Hij schudt de haren op zijn bezwete voorhoofd naar achteren en vraagt zich af…
Lees meer

haal

Haal me. Ik kom van ver. Doolde door straten waar de poëzie kapotsloeg op klamme kasseien. Mijn voetzolen kleven in plakkerige plassen van jaren. Kom en haal me. Kom, dichter. Richt je op. Klop op je borst en sta recht. Vecht, als het moet. Groet de wolken en de regen. Weet de zon die komt.…
Lees meer

koffie

Door de houten luiken heen valt het zomerzonlicht in gele strepen op haar rug, als een notenbalk. Zijn vingertoppen schrijven hun lied op haar schouderbladen. Wat hou ik van zijn handen, denkt ze. Hij kust haar haren en trekt het laken over hen heen. Onder het koele bladerdak van de bomen zullen ze straks samen koffie…
Lees meer

schijn

Ze knipperde met haar ogen. Het leek alsof ze door een zonnebril keek. Alles had een geelbruine schijn: de keukentafel, de stoelen, de appels in de fruitmand. Zelfs de kat. Ze knipperde opnieuw. Ze kon nauwelijks kleuren onderscheiden. Enkele vaalrode kringen bewogen voor haar ogen en losten op als druppels water op warm beton. Dit…
Lees meer

diep

Drie, twee, één, go! En weg was ze. De diepte in. Zuurstofflessen stevig om de schouders, duikerspak als een dik vel om haar huid. Door haar ontwasemde bril op zoek naar een zuiver zicht. De diepere lagen, ver onder het oppervlakkige. Naar wat zich schuilhoudt in het duister. Naar wat niemand ziet en er wel…
Lees meer

blijf

Ze staarde in de wakkere vlammen van de open haard alsof daar iets geschreven stond dat ze kon ontcijferen. ‘Blijf,’ zei hij. Ze daalde af in de diepte van zijn stem. Tree na tree. Ze probeerde te lezen wat er tussen de lagen stond. Ze zag niets. ‘Blijf,’ herhaalde hij. Het woord schoof zijn mond uit,…
Lees meer

zien

Als hij me nu maar ziet staan, denkt ze. Ze staat weer recht van de koude drempel. Als hij me maar vindt. In vlekkeloos verlopende afspraken gelooft ze allang niet meer. Ze sluit haar ogen. Misschien hoor ik hem aankomen, denkt ze. In haar zintuigen gelooft ze wel nog. Plots snort een vinnige bromfiets haar richting uit. Ze steekt haar…
Lees meer

voeten

‘Mijnheer doktoor zei vroeger altijd dat alles binnenkomt langs de voeten. Ik word altijd ziek als ik koude voeten heb gehad.’ Ze trekt het satijnen sjaaltje steviger om haar hals. Het donkerbruin contrasteert met de bleke plooien onder haar kin. Je denkt aan de voeten in die blinkende beige schoenen. Witte, bijna doorzichtige enkels, blauw dooraderd, zoals…
Lees meer

raak

Sta achter mij en op de toppen van je tenen. Leg je handen op mijn schouderbladen als vleugels. Geef ze mij. Geef mij een lichaam. Rol me over je vingertoppen, leg me neer op het puntje van je tong. Raak me. Geef me armen en benen. Maak van mij een lijf. Strooi mijn gedachten uit…
Lees meer

vlies

Je voelde het bij het wakker worden. Vlak onder je huid beweegt een vlies. Een dunne, duister doorlatende laag die feilloos elke plooi van je lichaam volgt. Het trekt bij elke beweging die je maakt. Op je borst, in je armen, je handen. Absorbeert kracht, legt wat je aan spieren had lam, zuigt leeg. Wanneer…
Lees meer

lichtjes

Hij trekt zich omhoog aan de leuning van het trapje, hijst zich achter het stuur. Het afgesleten fluwelen kussen zucht onder het gewicht dat hij meedraagt. Met de rug van zijn hand duwt hij zijn pet wat omhoog. Om half vier zullen dikbuikige boekentassen en joelende stemmen de ruimte vullen. Uit een wit plastic zakje…
Lees meer

wals

Met twee zilverkleurige plateaus laveert ze tussen stoelen die vol dikke winterjassen hangen. Alcohol danst tot net aan de rand, geen druppel gaat verloren. Zo walst zij tussen wijn en werk. Tussen bier en plezier, tussen chips en dips. Over een paar uur, wanneer de stoelen omgekeerd op de tafels staan en de vloer glimt…
Lees meer

zakken (2)

Ze draaide zich om in het kalme water, zag wat ze achterliet kleiner en kleiner worden. De zakken zonken dieper weg in de onbetreden ruimte onder de bodem van de zee. Daar was hun plek. Daar zouden ze blijven. Ze was gesprongen. Had eerst haar schoenen uitgetrokken, dan haar sokken. Al haar kleren waren gevolgd.…
Lees meer

zakken (1)

Ze had altijd gedacht dat het haar anker was. Het was zwaar als lood en hield haar en haar gedachten op hun plaats. Veilig en vast. Het werd haar haven. Met haar blik op de einder zag ze voor het eerst de waarheid. Het was geen anker. Ballast was het. Zakken vol zwart zand, nat…
Lees meer

beestjes

Het steekspel met de achterbakse angels had ze uiteindelijk verloren, die zomer. Talloze terrassen had ze hen succesvol ontweken tot er, ergens op een brug tussen augustus en september, één zich succesvol in haar bovenarm boorde. Ondertussen blijven matte muggen haar achtervolgen, het zuiden compleet kwijt. De zomer verdwijnt druppelend in de uitgeputte aarde. In…
Lees meer

oogst

De oude vrouw laat zich zakken op de stoel bij het donkere raam. Nee, ‘oud’ is niet het juiste woord. Het is een vrouw die al veel jaren heeft verzameld. Ze slaat het dikke boek op haar schoot open. De oogstmaan hangt warm en vol tussen roestkleurige wolkenslierten. Het was een rijke oogst, denkt ze. Talrijke spiegels geplukt. Lachende monden, warme tranen. En een hart. Haar blik…
Lees meer

maskers

Het is tijd, denkt ze. Ze haalt de elastiekjes achter haar oren uit en hangt het stoffen mondmasker niet om haar pols. Ze frommelt het op en propt het in haar broekzak. Haar ware gelaat voelt eindelijk lucht. Hij is zacht. Fris en dartel als lente. Ze zuigt hem gretig naar binnen, tot diep in haar longen. Rondom…
Lees meer

stereo

Er hangt iets in de lucht. Uit de reuzenspar van de buren klinkt al dagenlang paniek. De spreeuwen schreeuwen alsof het leven ervan afhangt. Geen lieflijk lied, geen gezellig nestelen in deze lente die plots op zomer lijkt. Gillend golven ze op warme wind. Krijsend strijken ze neer en klauwen ze zich vast aan de takken van de…
Lees meer