koffie

Door de houten luiken heen valt het zomerzonlicht in gele strepen op haar rug, als een notenbalk. Zijn vingertoppen schrijven hun lied op haar schouderbladen. Wat hou ik van zijn handen, denkt ze. Hij kust haar haren en trekt het laken over hen heen. Onder het koele bladerdak van de bomen zullen ze straks samen koffie…
Lees meer

schijn

Ze knipperde met haar ogen. Het leek alsof ze door een zonnebril keek. Alles had een geelbruine schijn: de keukentafel, de stoelen, de appels in de fruitmand. Zelfs de kat. Ze knipperde opnieuw. Ze kon nauwelijks kleuren onderscheiden. Enkele vaalrode kringen bewogen voor haar ogen en losten op als druppels water op warm beton. Dit…
Lees meer

diep

Drie, twee, één, go! En weg was ze. De diepte in. Zuurstofflessen stevig om de schouders, duikerspak als een dik vel om haar huid. Door haar ontwasemde bril op zoek naar een zuiver zicht. De diepere lagen, ver onder het oppervlakkige. Naar wat zich schuilhoudt in het duister. Naar wat niemand ziet en er wel…
Lees meer

blijf

Ze staarde in de wakkere vlammen van de open haard alsof daar iets geschreven stond dat ze kon ontcijferen. ‘Blijf,’ zei hij. Ze daalde af in de diepte van zijn stem. Tree na tree. Ze probeerde te lezen wat er tussen de lagen stond. Ze zag niets. ‘Blijf,’ herhaalde hij. Het woord schoof zijn mond uit,…
Lees meer