De wind trekt aan het laken en likt aan hun glimmende lichamen. Ze glijdt uit het bed en sluit het venster. Met een klap die luider was dan ze bedoelde, slaat het dicht. Het raam trilt nog na in de kozijnen. Enkel glas trilt harder. Het raam van de badkamer staat nog open, denkt ze, voor tocht moeten er twee ramen open staan. Vlug vouwt ze zich weer tussen de lakens, haar been om zijn been. Ze rillen nog na onder hun huid. Dubbele glans rilt zachter. Zijn hand vindt de hare. Voor hartstocht moeten er twee harten openstaan, denkt ze.

1 reactie

  1. Mooie momentopname!