Ze telefoneert met haar moeder terwijl ze strijkt. Zo doet ze veel ‘terwijls’. Heel de dag door, eigenlijk. Ze wordt wakker terwijl ze naar het ochtendnieuws op de radio luistert, zet koffie terwijl ze de vaatwasser leegmaakt, ontbijt terwijl ze de krant leest. Ze eet terwijl ze tv-kijkt, luistert naar muziek terwijl ze jogt, checkt haar telefoon in de file. Ze vult heel haar dag met terwijls en ondertussens. Alsof één ding niet genoeg is. Vroeger bestond dat niet, denkt ze. Haar grootvader ging zitten om naar de radio te luisteren. En zette hem weer uit wanneer hij aan tafel ging.

Nog geen reacties