De ezelin schurkte met de hoef van haar rechtervoorpoot over haar kop. Onhandig masseerde ze de stugge vacht tussen haar oren. Nu had ze het weer gedaan. Het was een fabel dat ezels zich geen twee keer aan dezelfde steen stootten. ‘Loop eromheen!’ klonk het luid uit het bos. Maar wat als er daar ook stenen liggen? dacht ze. Wat als ik verloren loop? Of in een put val? Misschien, dacht de ezelin, wordt de steen wel zachter. Of gaat hij uit de weg. Of verandert hij in een mals hoopje hooi. Haar ogen blonken. Dat zou echt kunnen, dacht ze. 

Nog geen reacties