Even was ze hem kwijt geweest, haar twijfel. Ze wist niet meer waar ze hem gelegd had. Voor een korte tijd, één die zich niet liet meten in wijzerplaten of kalenders, wist ze alles zeker. Stond alles vast. Er waren lijnen; dikke duidelijke lijnen, waarbinnen netjes gekleurd in éénlettergrepige kleuren. Daarbuiten bleek alles wit of zwart. Overal was er enkel hier en nu. Ze vond het licht en zwaar tegelijk. Verbaasde zich over zoveel zwijgen. Over zoveel stilstaand beeld. Ze liep er zo ver in verloren tot ze niet meer wist waar ze was. Oef, dacht ze, ik heb hem nog.

Nog geen reacties