De luchtigheid van de afgelopen dagen hangt om haar schouders als een nieuwe jas. De stof voelt als een zomerbries op haar huid. Hij heeft franjes aan de mouwen en valt soepel over haar heupen. Zo luchtig, denkt ze. Bijna frivool. Van achter in haar hoofd komen vraagtekens aangerend, ze hollen de heuvels van haar gedachten af en stormen op haar toe. Is hij wel warm genoeg? Is hij niet te dun? Staat hij je wel? Ze schudt haar hoofd. De vraagtekens herschikken zich tot één: kom ik hiermee de winter door? Want winter wordt het. De nachten zijn al koud.
8 Reacties