Toen hij ’s ochtends vertrok, vergat hij zijn handen. Hij liet ze achter op haar lichaam. Ze rustten op haar borsten, haar rug. In haar lende, op haar heupen. Ze liet ze liggen. Ze liggen daar goed, dacht ze. Terwijl ze dat dacht, struikelden haar gedachten over zijn lippen. Ze slingerden overal rond. In haar nek, op haar buik. Op het topje van haar neus. Ze raapte ze geruisloos op en stopte ze in een fluwelen doosje. Ik geef ze hem straks wel terug, dacht ze. In haar pluizige hoofd ontmoette die gedachte zijn ogen. Ze glimlachten terug, achter de hare.
Recente berichten
Abonneer je op deze blog
Recent posts
-
Wie het licht gaat redden?
Read more -
Wie gaat het licht redden?
Read more -
elf
Read more -
haal
Read more -
koffie
Read more -
schijn
Read more -
diep
Read more -
blijf
Read more -
zien
Read more -
voeten
Read more -
raak
Read more -
vlies
Read more -
lichtjes
Read more -
wals
Read more -
zakken (2)
Read more -
zakken (1)
Read more -
beestjes
Read more -
oogst
Read more -
maskers
Read more -
stereo
Read more
1 reactie