Op één been wil ze door het leven, huppelend. Dansend. Elke dag sprongetjes maken. De lucht vol gaten springen. Met lichte tred door het leven zweven, alsof ze elk moment kan opstijgen. In afwachting van dat éénbenige leven, probeert ze zich staande te houden op twee ongelijke benen. Van kindsbeen af op achterstand. Struikelend over uiteenlopende ongelijkheden en uitstekende obstakels. Ze doet haar best om niet van de trap te vallen. En niet in de val te trappen. Er zijn dagen dat ze alleen met haar bovenlichaam danst. Of enkel in haar gedachten. Daar staan evenwichtige flamingo’s zachtjes roze te zijn. 

Nog geen reacties