Haar handen landen in haar schoot, de vuurstokjes als mikado in haar vingers. Er is een vlam. Een hele kleine, maar ze is er. Eindelijk. Rond en witblauw gloeiend. Een speldenkop groot slechts, maar ze is er. Haar grote ogen staren ernaar. Zachtjes blazen moet ik doen nu, denkt ze. Een zuchtje zuurstof geven zodat ze geleidelijk kan groeien. Haar blik prikt naar binnen. Een beeld van alles verterende vlammen verschijnt voor haar geestesoog. Als ik dit aanwakker, vat mijn vel binnen de kortste keren vuur, denkt ze. Ze haalt adem en houdt hem vast in de toppen van haar longen.

Nog geen reacties