Hij boort zijn blik diep in haar ogen. Houdt hem vast als loden kogels in de loper van een geweer, zijn vinger op de trekker. Hij beweegt langzaam. Verkleint de meters tussen hun buiken tot een dun laagje dansende lucht. Pakt haar adem. Snijdt hem af. Het stuk dat in zijn handen hangt, warm en slap als een natte vod, laat hij vallen. Dampend aan hun voeten. Het blinkende mes legt hij in haar handen. Zijn blik zinkt tot op de bodem van haar ogen. Zijn huid schuurt over haar vel. Hij knijpt in haar haren. Neemt haar vast. En zeker.

1 reactie

  1. Zo mooi weer, zo sterk! Annie

Laat een antwoord achter aan Annie Geens