Ze zit op de grotemensenstoel en wiebelt met haar beentjes, de tenen van haar beide voeten wijzen naar elkaar. Het prinsesje kijkt op naar de koningin. Langzaam lopen haar grote ogen vol. ‘Wat vind je dan precies zo erg?’ De stem van de koningin klinkt als een warm bad. Het prinsesje kantelt het hoofd, haar donkere ogen zoeken het antwoord aan de binnenkant van haar gedachten. Plots kijkt ze de koningin recht aan. ‘De spijtigheid’, zegt ze beslist. Zodra het woord over haar lippen rolt, zakken haar schouders. ‘Bestaat dat woord eigenlijk?’ vraagt ze. ‘Ja’, antwoordt de koningin, ‘vanaf nu wel.’

Nog geen reacties