De koffie die voor haar op tafel staat, is nog te warm. Ze stopt haar speculaasje er voor de helft in. ‘Eén, twee, drie,’ telt ze, en haalt dan het donker- en lichtbruine koekje er weer uit. De wakke kant verdwijnt tussen haar lippen. Smelt weg op haar tong als sneeuw op een warm veld. De harde kant maalt ze fijn tussen haar tanden. Het schuurt. Ik zet hem op de maan, denkt ze. Voorlopig. Dan kan ik naar hem kijken, ’s nachts, mocht ik dat willen. En overdag hoef ik hem niet te missen. Ik weet dat hij er is.
Recente berichten
Abonneer je op deze blog
Recent posts
-
Wie het licht gaat redden?
Read more -
Wie gaat het licht redden?
Read more -
elf
Read more -
haal
Read more -
koffie
Read more -
schijn
Read more -
diep
Read more -
blijf
Read more -
zien
Read more -
voeten
Read more -
raak
Read more -
vlies
Read more -
lichtjes
Read more -
wals
Read more -
zakken (2)
Read more -
zakken (1)
Read more -
beestjes
Read more -
oogst
Read more -
maskers
Read more -
stereo
Read more