‘Zomer! Het is nog altijd zomer!’ De zon schreeuwt het met schelle stem en stralen die aan augustus doen denken. Dat het zomer is, en alles nog steeds om haar draait, om haar alleen. De frisse ochtend vertelt van mistige velden. Alsof de wolken zich vergist hebben; in plaats van hoog aan de heldere hemel te hangen, verdwalen ze laag over de steeds kalere akkers. De septemberframbozen zijn kleiner dan die van juli. Minder talrijk ook. Ze wrijft met haar handen over haar blote armen wanneer de plotse avond in de tuin valt. Zomer. Het is nog altijd zomer, denkt ze.

Nog geen reacties