Als een kolossale slak manoeuvreert de tientonner achteruit op de rotonde. Zijn rechterrichtingaanwijzer krijgt gezelschap van de linker en onder luide pieptonen kruipt het gevaarte achteruit. Weer één die op het punt stond om de verkeerde afslag te nemen, denkt ze. Ongenoegen roert zich in haar borstkas. De gedachte dat iedereen moet wachten tot hij weer op het juiste pad zit bromt in haar hoofd. Met horten en stoten schuifelt de kolonne van carrosserie in tegenwijzerzin rond het betonnen rondpunt. Boven het bijna vloeibare asfalt wemelt de warme lucht. Ze laat de ramen van haar auto zakken voor een zuchtje wind.