Soms, dan valt ze erin. Niet vaak. Het huis is stil. Enkel voetstappen en stemmen bij de buren. De dag is nog lang. Met haar hielen staat ze op de rand. Ze leunt terug en valt achterover in een put vol allenigheid. Eerst voelt het als een zachte zetel van watten. Ze valt verder en verder in de donzige diepte. De kussens komen op haar af, sluiten haar in, zacht en wit. Een schijn van lichtroze. Bijna gewichtloos, als in een lift die pijlsnel daalt. Het zachte zinken versmacht haar. Met een smak die botten laat kraken, raakt ze de bodem.

Nog geen reacties