‘Ik voel het tot in mijn tenen.’ Die zin had ze tot nu toe enkel figuurlijk gebruikt. En dan ging het over vlinders in haar buik die de weg kwijt waren. Wat ze nu voelt, vertrekt vanuit een donkere klonter, onderaan haar rug. Puntige uitsteeksels barsten eruit en groeien verder naar haar heup. Daar bevriezen de snijdende scherven en zwellen aan tot een ijsschots. Scherpe toppen priemen in haar vlees. Alsof ze een weg naar buiten zoeken. Haar denken blokkeert; elke gedachte is een doodlopende straat die eindigt in pijn. De dokter fronst zijn warrige wenkbrauwen. ‘Goed, we zullen eens kijken.’

Nog geen reacties