Het lag in haar handen. Ze hield ze omhoog als een kommetje en strekte haar armen naar hem uit. ‘Hier,’ zei ze, ‘voor jou. Het klopt.’ Het beefde ook een beetje, net als haar stem. Het dunne vlies eromheen was bijna doorzichtig. Zijn ogen hielden haar ogen vast. Net langzaam genoeg kwam hij heel dicht bij haar nu, ze voelde zijn adem op haar neus. Hij sloot zijn hoekige handen om de hare. Door zijn armen stroomde een zonnige warmte omhoog. Ze steeg naar zijn hoofd, maakte het lichter. Zonk naar zijn voeten, maakte ze zwaarder. ‘Ja,’ zei hij, ‘het klopt.’

Nog geen reacties