De regendruppels op het keukenraam glijden langzaam naar beneden. Trage tranen. Het zijn de laatste. Er komen er geen nieuwe meer bij, voorlopig. Behoedzaam breekt de zon door het dikke wolkendek. Het is waar, denkt ze. Het is door de barsten dat het licht naar binnen komt. Het is waar. De oktoberzon kruipt over de keukentafel, streelt haar arm, haar schouder, haar gezicht. Als een warme hand rust ze op haar kruin. Ook dat is waar, denkt ze. Dat van ‘na regen komt’. Alles komt goed, denkt ze. Alles is goed. Ze klopt het stof van haar knieën en staat recht.

Comments are closed.