le vent nous portera

‘De wind zal ons wel dragen’. Dat zei hij, wanneer het weer eens gestormd had in hun huis. Wind die woorden uit monden rukte die daar beter waren blijven hangen. Takken die afbraken en de weg naar thuis versperden. Rotte bladeren overal, waarover ze uitschoven. En hard neerkwamen op koude adem. Ze begreep het niet…
Lees meer

krant

Ze vouwt de krant dicht en legt ze in de kartonnen doos bij het andere oude nieuws. Haar vingertoppen zijn grijs van al die vuilheid. Er is zo veel gebrokenheid in de wereld, denkt ze. Overal waar mensen zijn. En binnenin mensen. In een hart bijvoorbeeld. Je krijgt te weinig levens om al die scherven…
Lees meer

stam

Wat kunnen de bomen dat goed, denkt ze. Op de toppen van hun wortels staan ze, klaar om ons te tonen hoe je dat doet: loslaten. En hoe mooi dat is. Ze sloven zich uit in schilderachtige schakeringen van de meest warme kleuren, speciaal om ons te laten zien hoe prachtig het is. Fier rechtop…
Lees meer

september

‘Zomer! Het is nog altijd zomer!’ De zon schreeuwt het met schelle stem en stralen die aan augustus doen denken. Dat het zomer is, en alles nog steeds om haar draait, om haar alleen. De frisse ochtend vertelt van mistige velden. Alsof de wolken zich vergist hebben; in plaats van hoog aan de heldere hemel…
Lees meer