Daar staat hij nu. Met zijn voeten in het nog natte beton. De koude, vochtige brij wordt langzaam hard tussen zijn tenen. Er blijft weinig speelruimte over. Zijn eigen leven is een blok aan zijn been. Dat wat hem recht houdt, haalt hem neer. Dat wat hem neerhaalt, houdt hem recht. Hij ziet het overal nu: aan de gevels van huizen, in muren tussen tuinen, langs wegen. Rond het water van een fontein. In de ogen van mensen, ook. Zijn vleugels lam gelegd in het concrete. De zon was nog nooit zo ver weg. En hij kon dat zo goed, zweven.

Nog geen reacties