Nog geen seconde had ze het koud gehad vandaag. Daarnet misschien even, toen ze uit de tuin binnenkwam en de koelte op haar huid viel als een nat washandje op een koortsig voorhoofd. Maar dat was eerder verfrissend geweest dan koud. In haar wereld bestond er niet zoiets als ‘te warm’. Ze vond het een absurd idee, eigenlijk. Zeggen dat het ‘te warm’ was, was hetzelfde als zeggen dat je ‘te veel liefde’ krijgt. Toegegeven, veel liefde kon gloeien. Je denken smelten. Een gat in je hart branden. Je huid schroeien als een schaafwonde. Maar altijd, altijd, won warm van koud.

Nog geen reacties